Het Porthos-project kan doorgang vinden. Zowel het inpassingsplan als de omgevingsvergunningen voor het project blijven in stand. Dit volgt uit de einduitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 augustus 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3129). De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben op basis van objectieve gegevens aangetoond dat er geen nadelige gevolgen zullen zijn voor de acht omliggende Natura 2000-gebieden als gevolg van het Porthos-project.

Essentie

Plannen en projecten met een tijdelijke en beperkte toename van stikstofdepositie in de bouwfase kunnen doorgaan. Hierbij geldt de voorwaarde dat uit een ecologische passende beoordeling blijkt dat significante gevolgen op Natura 2000-gebieden zijn uitgesloten. Navolgend wordt de uitspraak verder toegelicht.

Het project

Het Porthos-project ziet op de realisatie van lege gasvelden onder de Noordzee om CO2, afkomstig van de industrie uit het Rotterdamse havengebied, op te slaan. Voor het project wordt een CO2-transportleiding aangelegd. Bovendien wordt er een compressorstation gerealiseerd in Rotterdam en wordt een gasproductieplatform in de Noordzee getransformeerd naar een platform voor de opslag van CO2. De minister van EZK heeft hier omgevingsvergunningen voor verleend.

Tussenuitspraak

In eerste instantie maakten de ministers gebruik van de zogenoemde bouwvrijstelling voor het Porthos-project. Echter, in de tussenuitspraak van 2 november 2022 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat deze vrijstelling niet langer toegepast mag worden omdat deze in strijd is met het Europees natuurbeschermingsrecht. Dit betekende dat de ministers een individuele beoordeling van de stikstofeffecten moesten uitvoeren voor de bouwfase. Gedurende de procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State was deze beoordeling reeds opgesteld maar had de indiener van het beroepschrift, de Coƶperatie Mobilisation for the Environment (MOB), daar nog niet op kunnen reageren. Na de tussenuitspraak heeft de MOB gereageerd op de individuele beoordeling. Volgens de milieuorganisatie is de individuele beoordeling op meerdere vlakken ontoereikend, wat volgens hen resulteert in een onderschatting van de stikstofeffecten die het project met zich meebrengt.

Einduitspraak

De kernvraag waar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich in de einduitspraak over boog, betrof de vraag of de beoordeling van de stikstofeffecten van het Porthos-project voldoende onderbouwd is. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat daarvan sprake is. Het project veroorzaakt in de bouwfase wel een tijdelijke en beperkte toename van 0,01 tot 0,57 mol stikstof per hectare per jaar op bepaalde gedeelten van de omliggende Natura 2000-gebieden. Desondanks hebben de ministers aangetoond, op basis van objectieve gegevens, dat in deze situatie de ‘significante gevolgen’ voor deze natuurgebieden uitgesloten kunnen worden. De beoordeling van de stikstofeffecten is bovendien uitgevoerd met de juiste uitgangspunten en een grondige aanpak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat daarmee het project voldoet aan de gestelde eisen van het natuurbeschermingsrecht.

Lees hier de volledige uitspraak: https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@138775/202107079-2-r4/

Meer informatie? Neem vrijblijvend contact met ons op.

Geschreven door: Marc Haenraets, LL.B.